Het belang van het afstemmen van klimaatveranderingsprognoses op lokale omstandigheden in aquacultuurgebieden

Toekomstige klimaatprognoses zijn doorgaans alleen op mondiale of grove schaal beschikbaar en de nadruk ligt vaak op mondiale of regionale langetermijngemiddelden. Hoewel deze resoluties nuttig zijn om algemene trends te analyseren en potentiële risico’s en kansen internationaal in kaart te brengen, zijn zij niet in staat om de complexiteit van kustgebieden waar de aquacultuur zich bevindt in kaart te brengen en geven zij weinig weer aan welke milieuverschillen gekweekte organismen onderhevig zijn. Bijgevolg is voor de meeste beslissingen over aquacultuurplanning en -beheer veel gedetailleerdere informatie nodig. Als klimaatprognoses de omstandigheden op aquacultuurlocaties onvoldoende weergeven, kunnen potentiële effecten worden gemist, kunnen aanpassingsstrategieën ongeschikt zijn en kunnen tijd en middelen worden besteed aan de uitvoering van ondoeltreffende maatregelen. Om dit aan te tonen richten wij ons op de zeetemperatuur en de productie van Atlantische zalm (Salmo salar) in Noorwegen, ’s werelds grootste zalmproducent en een land met een breedtegraad die de uitdagingen in verband met de veralgemening van landbouwpraktijken illustreert. Uit de resultaten blijkt dat als rechtstreeks gebruik wordt gemaakt van temperaturen van het klimaatmodel met grove resolutie, de gevolgen voor de zalmcultuur ernstig kunnen worden overtroffen of onderschat. Voor overlappende referentieperioden verschilden de gemiddelde dagelijkse gemodelleerde temperaturen op geselecteerde locaties vaak met verschillende graden, waarbij de grootste verschillen meer dan 6 °C bedragen in vergelijking met de dagelijkse gemiddelde metingen op het landbouwbedrijf. Dit heeft ernstige biologische en economische gevolgen, aangezien de potentiële risico’s voor de productie kunnen worden onderschat, tenzij ze worden gecorrigeerd. Hier werden twee bias-correctietechnieken gebruikt om de klimaatprognoses af te stemmen op de schaal van landbouwbedrijven en werd aangetoond dat zij de omstandigheden nauwkeuriger weergeven. De gekalibreerde toekomstprognoses voor RCP4.5 wijzen erop dat de temperaturen op alle locaties mogelijk moeten worden aangepast aan de bestaande beheerspraktijken van landbouwbedrijven, maar de aard en ernst van het effect zullen variëren naargelang van de locatie. Uit ons onderzoek blijkt duidelijk dat lokale omstandigheden in overweging moeten worden genomen, met gebruikmaking van lokaal opgeloste klimaatprognoses, om zinvolle aanpassingsplannen te ontwikkelen om te voldoen aan de toenemende vraag naar visserijproducten in een veranderend klimaat.