De gevolgen van COVID-19 voor de aquacultuursector van de Europese Unie

Er zijn een aantal aanwijzingen voor sterke negatieve gevolgen van COVID-19 en de preventieve maatregelen in verband met de pandemie voor alle voedselsectoren. Er zijn echter steeds meer aanwijzingen dat het beeld vrij genuanceerd is wanneer de COVID-19-gerelateerde maatregelen voor sommige uitdagingen en kansen voor anderen creëren. In dit document worden de gevolgen van COVID-19 voor de aquacultuursector in de Europese Unie onderzocht aan de hand van twee benaderingen: een enquête waarbij vertegenwoordigers van de sector en deskundigen de effecten op belangrijke economische indicatoren beoordelen die zowel positieve als negatieve effecten mogelijk maken, en recent gepubliceerde aquacultuurproductiegegevens voor Denemarken en Spanje. Uit de bevindingen blijkt dat de resultaten van enquêtes erop wijzen dat de gevolgen van COVID-19 gemiddeld negatief zijn aan de inkomstenzijde, waardoor de kosten stijgen en dus negatief zijn voor de winst. In elke categorie omvat het gemiddelde echter zowel positieve als negatieve antwoorden die suggereren dat wat voor sommigen een uitdaging was, voor anderen een kans was. De productiegegevens voor Denemarken en Spanje wijzen ook op matige tot geen gevolgen van COVID-19. De sterkste gevolgen zijn voor de tarbotprijzen, een soort die sterk afhankelijk is van hogere restaurants. De lagere prijs is een duidelijke aanwijzing dat er aanzienlijke alternatieve kosten verbonden waren aan het verkrijgen van toegang tot andere toeleveringsketens, met name omdat de hoeveelheid ook matig was gedaald.