Background information

Type gekweekte soorten
Mossel (Mytilus spp.), oester (Ostrea edulis en Crassostrea gigas), Afrikaanse meervis (Clarias gariepinus), Claresse (Clarias Charipinus)Europese aal (Anguilla anguilla), tarbot (Scophthalmus maximus), geelstaartvis (Seriola lalandi), Russische steur (Acipenser Guldenstaedtii), Siberische steur (Acipenser Baerii)en snoekbaars (Sander lucioperca).
Bron: 2023, EUMOFA; 2022, WTECV, Nederland, personal com., 16 januari 2023
Soort productiemethode
Volgens Eurostat vond in 2 021,89 % van de Nederlandse productie plaats in zee- en brakke wateren (bijna volledig in mariene wateren) en 11 % in zoet water. De volgende productiemethoden werden gebruikt:
Omvang van de sector (productie en verbruik)
Bron: 2023, EUMOFA
Trends (verleden en toekomst)
- Zowel technische als marktinnovaties zijn onmisbaar voor een goed functionerende en duurzame aquacultuursector. In de periode 2021-2027 kan het EFMZVA worden gebruikt voor innovatieprojecten op het gebied van aquacultuur. Het doel is dat het gebruik van de Europese fondsen zal leiden tot een stijging van de productiewaarde met 3 % in 2027.
- De zoektocht naar nieuwe mariene productiegebieden zal worden voortgezet. De mogelijkheden voor aquacultuur in windmolenparken worden onderzocht. Innovaties op het gebied van RAS zullen worden ondersteund. Innovaties die afvalwater verminderen of de circulariteit van het productieproces vergroten, kunnen het vinden van geschikte productielocaties op het land vergemakkelijken.
Bron: MNSPA
Gevolgen van de aquacultuur voor de economie, de voedselmarkt en de arbeidsmarkt van het land
- De aquacultuursector in Nederland is relatief klein, maar zeer divers. De sector bestaat grotendeels uit twee subsectoren: de sector schaal- en schelpdieren (mosselen en oesters) en viskwekerijen aan land. Er zijn ook enkele proefprojecten voor de algenteelt (ook binnen windmolenparken)
- Visproducten die in Nederland worden gekweekt, worden momenteel voornamelijk in het horecasegment in regionale restaurants of in buurlanden zoals Duitsland, België, Frankrijk of Italië op de markt gebracht. De producten worden vaak verkocht aan groothandelaren, maar boerderijen leveren soms rechtstreeks restaurants. De helft van de visconsumptie in Nederland bestaat uit gekweekte vis (inclusief ASC-gecertificeerd), die grotendeels uit Azië wordt ingevoerd.
- De productiemogelijkheden voor het vriessegment lijken beperkt te zijn als gevolg van de concurrentie met ingevoerde producten die goedkoper zijn. De meeste producten die in Nederland worden gekweekt, zijn te klein om het detailhandelssegment continu te kunnen bevoorraden.
- Sector schaal- en schelpdieren: De mosselsector is de grootste in deze sector. Mosselen en oesters die in Nederland worden geteeld, worden momenteel voornamelijk in andere EU-lidstaten in de handel gebracht, waarbij België en Frankrijk de belangrijkste markten zijn. Mosselen worden verkocht in de detailhandel en de horeca, waar zowel verse mosselen als, in beperkte mate, mosselen in blik worden verkocht. De Nederlandse mosselsector is verticaal geïntegreerd en heeft een belangrijke marktpositie binnen Europa. De oestersector is veel kleiner. Oestertelers zijn voor de verkoop vaak afhankelijk van grote mosselbedrijven of verwerkers en handelaren. Oesters worden voornamelijk in de horeca op de markt gebracht (voornamelijk in restaurants).
- Macroalgen (zeewier): Sinds 2013 wordt commercieel zeewier in Nederland op kleine schaal geteeld. Al deze productie wordt gebruikt voor voedingsdoeleinden. Dit wordt momenteel verkocht via maaltijden (restaurants) en speciale kanalen (bv. festivals). De op een na grootste huidige markt voor zeewier is de markt voor verdikkingsmiddelen (met inbegrip van alginaten) voor voedingsdoeleinden. Nederlandse bedrijven importeren beide verdikkingsmiddelen rechtstreeks of importeren het zeewier waaruit zij zijn geproduceerd. Dit is deels te wijten aan het gebrek aan bekendheid met de kenmerken van in Nederland geteeld zeewier en aan het feit dat producenten van thickener grote hoeveelheden zeewier nodig hebben die nog niet door Nederlandse zeewierbedrijven kunnen worden geleverd. Daarnaast zijn er verschillende alternatieven voor de productie van verdikkingsmiddelen. Verschillende andere toepassingen van Nederlands zeewier worden momenteel onderzocht.
- Microalgen: In Nederland is de cultuur van microalgen een relatief nieuwe activiteit. Er is weinig informatie beschikbaar over de omvang van de productie en (potentiële) markten voor deze producten.
Bron: MNSPA
Uitdagingen en kansen
- De in Nederland geteelde producten worden voornamelijk in de omringende landen op de markt gebracht. De huidige mogelijkheden om nieuwe markten buiten de EU te vinden zijn beperkt. Met name voor de viskwekerij hebben de meeste in Nederland gekweekte soorten weinig onderscheidend vermogen en zijn vaak goedkopere alternatieven beschikbaar.
- Er zijn maar weinig middelen en ruimte voor groei.
- De sector schaal- en schelpdieren heeft een betere uitgangspositie, maar een structurele toename van de productie is moeilijk te realiseren, voornamelijk als gevolg van ruimtelijke beperkingen.
- Een belemmering, met name voor de viskwekerijsector, is dat de meeste producenten niet over een groot budget voor afzetbevordering beschikken. Samenwerking met financiële partners of private equity zou dit kunnen oplossen.
- Het Nederlandse marktperspectief voor micro- en macroalgen verschilt van de andere aquacultuursectoren. Voordat de productie op commerciële schaal kan worden ontwikkeld, moet een aantal technische uitdagingen op het gebied van productie en verwerking worden opgelost.
- De Nederlandse viskwekerijsector komt ook niet in aanmerking voor biologische certificering omdat gesloten RAS-systemen nog niet zijn opgenomen in de EU-Biologische Verordening.
- De schelpdiersector zou een plan voor aanpassing aan de klimaatverandering kunnen ontwikkelen om zich voor te bereiden op de mogelijke gevolgen.
- De wereldwijde vraag naar vis en schaal- en schelpdieren van hoge kwaliteit groeit, waardoor nieuwe markten ontstaan.
- De mogelijkheden voor de Nederlandse aquacultuursector liggen voornamelijk in exclusieve (regionale) producten die duurzaam worden geteeld voor specifieke markten, aangezien de productiekosten in andere landen lager zijn.
- Vis is een gezonde eiwitbron met een lagere calorische inname dan vlees. Vis kan ook een alternatief zijn voor het verminderen van de vleesconsumptie om milieuredenen.
- Bij Nederlandse aquacultuurbedrijven en onderzoeksinstellingen is er een grote specifieke kennis van systeeminnovatie, productsystemen, diervoeders, kweek enz. Deze kennis kan naar het buitenland worden geëxporteerd naar landen met groeiende aquacultuursectoren.
- Automatisering van de handmatige arbeid bij de kweek en verwerking van zeewier zal de productiekosten verlagen.
- Onderzoek naar de mogelijke toepassing van zeewier als diervoeder kan de markt voor Nederlandse algen en zeewierproducten vergroten.
- De ontwikkeling van geïntegreerde multitrofische aquacultuur op zee.
- Gebruik van offshore-platforms voor de mossel- en oesterproductie.
- Verhoging van de verkoop van aquacultuurproducten in de buurlanden.
- Potentiële nieuwe markten voor zoetwatervis zijn Midden- en Oost-Europa, waar de vraag naar visproducten al toeneemt.
- Samenwerking met de verwerkende sector en de groothandelaren is van essentieel belang voor een succesvolle afzet van (nieuwe) visproducten.
- In de sector schaal- en schelpdieren is het grootste potentieel het vinden van nieuwe afzetmogelijkheden op bestaande markten. Mosselen worden momenteel meestal door ouderenconsumenten geconsumeerd. Het aantrekken van jonge consumenten biedt kansen.
- Nederland heeft op verschillende gebieden een concurrentievoordeel: recirculatie van aquacultuursystemen, voeding en fokkerij en infrastructuur. Deze combinatie maakt het mogelijk duurzame aquacultuur te ontwikkelen en te kiezen voor vissoorten van hoge kwaliteit. Innovaties om het RAS-systeem duurzamer te maken, zullen mogelijk blijven in het kader van het nieuwe EU-fonds.
- Het groeiende wereldwijde bewustzijn van dierenwelzijn bij de consument is een kans voor de Nederlandse aquacultuursector. Als Nederlandse bedrijven en kennisinstituten erin slagen specifieke expertise op het gebied van dierenwelzijn te ontwikkelen, zijn er mogelijkheden om deze kennis binnen de EU en mogelijk daarbuiten op de markt te brengen.
Bron: MNSPA
Werkgelegenheid en aantal ondernemingen
Schaal- en schelpdieren: ongeveer 100 bedrijven.
Viskwekerijen: ongeveer 40 25 viskwekerijen aan land.
Multi-annual National Strategic Plans for the development of sustainable Aquaculture
Relevant Authorities
Applicable Legislation
- Wet Dieren (wetten.nl — Regeling — Wet dieren — BWBR0030250 (overheid.nl))
- Besluit houders van dieren wetten.nl — Regeling — Besluit houders van dieren — BWBR0035217 (overheid.nl)
- Regeling houders van dieren(Regeling — Regeling houders van dieren — BWBR0035248 (overheid.nl))
- Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(Wet algemene bepalingen omgevingsrecht — BWBR0024779 (overheid.nl))
- Waterwet (wetten.nl — Regeling — Waterwet — BWBR0025458 (overheid.nl))
- Wet natuurbescherming (wetten.nl — Regeling — Wet natuurbescherming — BWBR0037552 (overheid.nl))
Applicable Procedures
- Vergunning voor aquacultuurbedrijven
- Vergunning voor het lozen van afvalwater
- Vergunning voor ruimtelijke integratie
- Veterinaire vergunning
National associations and networks
- Nederlandse Vereniging van viskwekers (NeVeVi)
- Producentenorganisatie Mossel Cultuur
- Oestermaatschappij
Relevant Websites
Contact Details
Nederlands ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ellen Rietsema, beleidsmedewerker visserij en aquacultuur
Wilbert Schermer Voest, beleidsmedewerker visserij en aquacultuur