Aanbeveling over aquacultuurwaarden

In 2018 stond de EU-28 op de 6e plaats in de top 15 van visserijproducerende landen ter wereld, met een totale productie van 6.6 miljoen ton. Deze positie is voornamelijk gebaseerd op de vangsten van de commerciële visserijsector, waar de EU-28 dezelfde rangorde heeft, met een totaal van 5.3 miljoen ton, wat neerkomt op 5,48 % van de wereldwijde vangst. Wat de aquacultuurproductie betreft, rapporteerde de EU-28 in totaal 1.3 miljoen ton, wat neerkomt op 1,15 % van de mondiale aquacultuurproductie. De EU-28 voerde in 9.4 2018 ton visserij- en aquacultuurproducten in uit derde landen en voerde 2.2 miljoen ton uit, waarmee een schijnbaar verbruik van 12.5 miljoen ton per jaar werd bereikt, waarvan 3.2 miljoen ton afkomstig was van aquacultuur. Uit de gegevens voor 2018 blijkt dat de EU-28 2.1 miljoen ton aquacultuurproducten invoerde en 0.21 miljoen ton uitvoerde. Uit deze cijfers blijkt dat slechts 1.1 miljoen ton van de aquacultuurproductie in de EU-28 wordt verbruikt door consumenten in de EU, wat neerkomt op 34,25 % van de zichtbare consumptie van aquacultuurproducten. De
afgelopen 25 jaar is het volume van de aquacultuurproductie (levend gewicht) wereldwijd gestegen met een gemiddelde groei van 5,9 % per jaar, terwijl het groeitempo in de EU-28 een discrete 0,61 % per jaar bedroeg. De oorzaken van deze bescheiden groei werden verschillende keren aangepakt in officiële documenten van de EU, zoals de strategische richtsnoeren voor de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in de EU (2013), die onlangs zijn herzien met een gestructureerde en consistente reeks aanbevelingen in strategische richtsnoeren voor een duurzamere en concurrerendere EU-aquacultuur voor de periode 2021-2030 (2021). 
Duurzame aquacultuur is ook aangemerkt als een belangrijke bijdrage aan het vergemakkelijken van de transitie naar een duurzaam voedselsysteem met een lage ecologische voetafdruk en korte toeleveringsketens. In de onlangs gepubliceerde mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU, De blauwe economie van de EU transformeren voor een duurzame toekomst (2021) wordt het volgende erkend: “De aquacultuur in de EU voldoet aan hoge normen op het gebied van productkwaliteit en diergezondheid, maar er is nog ruimte voor verbetering op het gebied van diversificatie, concurrentievermogen en milieuprestaties. Aquacultuur met een lage impact (zoals laagtrofische, multitrofische en biologische aquacultuur) en milieudiensten van aquacultuur kan, mits verder ontwikkeld, in hoge mate bijdragen tot de Europese Green Deal, de “van boer tot bord” -strategie en een duurzame blauwe economie.”
Het is vermeldenswaard dat aquacultuur zeer divers is wat betreft soorten, milieuvereisten, technologieën, specifieke infrastructuur en locatie. In tegenstelling tot andere veehouderijsectoren, die gericht zijn op slechts één soort per soort, is de mondiale aquacultuur afhankelijk van 466 individuele soorten en andere 156 soortengroepen op het geslacht, de familie of een hoger taxonomisch niveau, met inbegrip van interspecifieke hybriden van vinvissen. 
Deze complexiteit moet vaker worden aangepakt wanneer het gaat om debatten en verklaringen in verband met aquacultuur, hetzij positief, hetzij negatief. Het is ook vermeldenswaard dat sommige van de waarden van aquacultuur tijdens de lange geschiedenis van de sector zijn veranderd, dat andere waarden zijn tegengesproken of bevestigd door wetenschappelijk onderzoek en dat nieuwe waarden worden onderzocht en besproken. 
Deze aanbeveling is niet bedoeld als een uitputtende lijst van waarden die verband houden met de aquacultuur in de EU, maar weerspiegelt de betrokkenheid van aquacultuurexploitanten en andere groepen uit de samenleving met betrekking tot verschillende kwesties in verband met aquacultuuractiviteiten.