Analyse van efficiëntiegegevens in de aquacultuurproductie in de EU

In dit document wordt de operationele efficiëntie van de viskwekerij in alle EU-lidstaten geanalyseerd aan de hand van een tweefasenanalyse (Data Envelopment Analysis — DEA). In de eerste fase wordt een niet-georiënteerd DEA-model op basis van Slacks-based measure of efficiency (SBM) gebruikt om in de periode 2014-2016 voor verschillende EU-landen efficiëntiescores te berekenen in mariene en zoetwaterdeelsectoren voor vis en schaal- en schelpdieraquacultuur. In een tweede fase worden deze scores verwerkt met standaard-, gecensureerde en fractionele regressiemodellen om de effecten van sommige exogene variabelen te testen. Tussen 57 % en 74 % van de waarnemingen was, afhankelijk van de betrokken subsector, efficiënt. De gemiddelde technische efficiëntie bedroeg 0.918 voor zoetwatervissen, 0.885 voor mariene vis en 0.802 voor schaal- en schelpdieren. De uitbreiding van de beste praktijken tot de inefficiënte landen zou leiden tot een verlaging van de voederkosten (2,9 % tot 4,3 %), van de veestapel (9,0 % tot 11,8 %), van de energiekosten (2,4 % tot 25,3 %), van de reparatiekosten (3,7 % tot 13,8 %) en van andere exploitatiekosten (4,3 % tot 13,8 %), terwijl een verbetering van de productiewaarde van in totaal 0,03 % voor zoetwatervis, 2,13 % voor mariene vis en 0,37 % voor schaal- en schelpdieren zou leiden tot een verbetering van de productiewaarde van in totaal voor zoetwatervis, voor mariene vis en voor schelpdieren. Wat de productiviteitsverandering in de onderzochte periode betreft, is de productiviteit van zoetwatervissen teruggelopen, is de productiviteit gestegen in het geval van mariene vis en is de productiviteit tussen 2014 en 2015 aanvankelijk gestegen, gevolgd door een lichte daling tussen 2015 en 2016 voor schaal- en schelpdieren. De resultaten wijzen er ook op dat landen die gespecialiseerd zijn in de teelt van zoetwater- en mariene populaties, vaker een efficiënte grens hebben en dat de technische efficiëntie lijkt te worden beïnvloed door de omvang van het bruto binnenlands product en de vangstvisserij van het land.