Skip to main content
EU Aquaculture Assistance Mechanism

25. Hoe benadert de EU het gebruik van antibiotica en antimicrobiële resistentie in de aquacultuur?

De aanpak van de EU ten aanzien van het gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren wordt in de eerste plaats bepaald door strenge regelgevingsmaatregelen die zijn opgenomen in Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen, en ook in Verordening (EU) 2019/4 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 wat specifiek de toediening van diergeneesmiddelen via diervoeders met medicinale werking betreft. Het EU-regelgevingskader verbiedt het gebruik van antibiotica om de groei te bevorderen of de opbrengst te verhogen. Het gebruik van alle antimicrobiële stoffen is onderworpen aan een voorschrift van een dierenarts na een klinisch onderzoek of een andere passende beoordeling door een dierenarts. Bepaalde antimicrobiële stoffen kunnen niet bij dieren worden gebruikt, aangezien zij voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens. Preventief gebruik van antibiotica is alleen toegestaan voor een individueel dier, in uitzonderlijke gevallen en onder welomschreven omstandigheden. Daarnaast wordt op EU-niveau een geneesmiddelenbewakingssysteem opgezet waarbij de lidstaten, de Commissie, het Europees Geneesmiddelenbureau en houders van vergunningen voor het in de handel brengen samenwerken om taken in verband met de veiligheid en werkzaamheid van toegelaten diergeneesmiddelen uit te voeren.

De verkoop in de EU van antimicrobiële diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren, met inbegrip van voedselproducerende waterdieren, is tot 2022 op vrijwillige basis gemonitord. Vanaf 2023 worden de verkopen gemonitord in het kader van een nieuw, juridisch bindend systeem. Deze gegevens worden gebruikt om de vooruitgang te volgen in de richting van de ambitieuze doelstelling om de totale verkoop van antimicrobiële stoffen voor landbouwhuisdieren en in de aquacultuur in de EU tegen 2030 met 50 % te verminderen ten opzichte van 2018 (https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:ea0f9f73-9ab2-11ea-9…). Vanaf 2026 moeten de lidstaten gegevens verzamelen over het gebruik van antimicrobiële stoffen in vissen per categorie (Atlantische zalm, regenboogforel, goudbrasem, zeebaars, gewone karper). Deze gegevens over het gebruik van antimicrobiële stoffen moeten de basis vormen voor het vaststellen van gerichte maatregelen tegen antimicrobiële resistentie (AMR).

In de “Strategische richtsnoeren voor een duurzamere en concurrerendere EU-aquacultuur voor de periode 2021-2030” wordt benadrukt dat de afhankelijkheid van antibiotica moet worden verminderd door middel van betere houderijpraktijken. Deze praktijken, die gericht zijn op de bevordering van dierenwelzijn en ziektepreventie, zijn van cruciaal belang om de risico’s in verband met antibioticagebruik te beperken en het misbruik van antibiotica uit te bannen en tegelijkertijd in overeenstemming te brengen met de doelstellingen op het gebied van milieu en volksgezondheid.

In juli 2022 hebben de Commissie en de lidstaten antimicrobiële resistentie (AMR) aangemerkt als een van de drie belangrijkste prioritaire bedreigingen voor de gezondheid. Er is een uitgebreid verslag gepubliceerd over de nationale “één gezondheid” -actieplannen van de lidstaten tegen antimicrobiële resistentie (https://health.ec.europa.eu/publications/overview-report-member-states-…) (“één gezondheid” -kwestie, dat wil zeggen dat het betrekking heeft op de menselijke gezondheid, de gezondheid van dieren, planten en het milieu, en een veelzijdige grensoverschrijdende bedreiging voor de gezondheid is die niet door één sector afzonderlijk of door afzonderlijke landen alleen kan worden aangepakt).

Op 26 april 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel aangenomen voor een aanbeveling van de Raad inzake de intensivering van de EU-maatregelen ter bestrijding van antimicrobiële resistentie in het kader van een “één gezondheid” -benadering, waarin de lidstaten worden aangemoedigd maatregelen te nemen ter verbetering van de gezondheid en het welzijn van voedselproducerende dieren zoals gekweekte vis, teneinde het voorkomen en verspreiden van infectieziekten in de landbouw te verminderen en vervolgens de noodzaak van het gebruik van antimicrobiële stoffen te verminderen. En op 13 juni 2023 heeft de Raad de aanbeveling inzake de intensivering van de EU-maatregelen ter bestrijding van antimicrobiële resistentie met een “één gezondheid” -benadering aangenomen (https://health.ec.europa.eu/publications/council-recommendation-steppin…). De aanbevelingen zijn erop gericht het verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen te bevorderen door concrete doelstellingen vast te stellen voor AMR en antimicrobiële consumptie in de menselijke gezondheid. Zij moedigen de lidstaten ook aan maatregelen te nemen ter verbetering van de gezondheid en het welzijn van voedselproducerende dieren, zoals gekweekte vis, om het voorkomen en verspreiden van infectieziekten in de landbouw te verminderen en vervolgens de behoefte aan het gebruik van antimicrobiële stoffen te verminderen.

Zoals vermeld in de punten 8 en 9 van de aanbeveling inzake de intensivering van de EU-maatregelen ter bestrijding van antimicrobiële resistentie met een “één gezondheid” -benadering zijn sommige strategieën om de afhankelijkheid van antibiotica in de aquacultuur te verminderen: vaststelling van maatregelen ter preventie en bestrijding van infectieziekten; de vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen voor viskwekerijen, hetgeen een verplichting is van de exploitanten overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (diergezondheidswetgeving); het stimuleren van kweektechnieken in de aquacultuur met het oog op de ontwikkeling van ziekteresistente stammen; bevordering van het gebruik van vaccinatie en alternatieven om bepaalde ziekten te helpen voorkomen (vaccins bieden gerichte immuniteit tegen specifieke ziekteverwekkers; het gaat echter om uitdagingen zoals soortspecifieke beperkingen.); het bevorderen van de ontwikkeling en het gebruik van innovatieve toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van toevoegingsmiddelen, om de fysiologische status van dieren te verbeteren, zoals voeder op basis van insecten (deze diervoeders zijn rijk aan eiwitten, chitine en bioactieve verbindingen (bv. laurinezuur) die de diversiteit van darmmicrobiota kunnen vergroten, de resistentie tegen ziekten kunnen verbeteren en de afhankelijkheid van vismeel kunnen verminderen), probiotica (Probiotica, zoals bacillus en lactobacillus, verbetering van de immuniteit, groei en stresstolerantie bij het onderdrukken van pathogenen), prebiotica (Prebiotica, bv. fructooligosachariden (FOS) en mannanoligosachariden (MOS), selectieve stimulering van nuttige darmbacteriën, verbetering van nutriëntenabsorptie en immuunrespons) en symbiotisch (die probiotica en prebiotica combineren, synergistisch versterken van ziekteresistentie, darmmorfologie en microbiomevenwicht); zorgen voor permanente opleiding op het gebied van infectiepreventie en -bestrijding en bioveiligheid van alle personeelsleden van de viskwekerij (ook overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2016/429); zorgen voor een adequaat slibbeheer om ziekten en andere ziekteverwekkers te voorkomen.

Deze alternatieve strategieën zijn in overeenstemming met de richtsnoeren van de FAO/WHO, waarbij milieuvriendelijke aquacultuurpraktijken worden bevorderd die de gezondheid van vissen bevorderen, afval tot een minimum beperken en de milieuschade verminderen.

Om het regelgevingskader van de EU te versterken, voeren de lidstaten meerjarige nationale strategische plannen voor aquacultuur (MNSPA’s) uit waarin reductiedoelstellingen voor AMR zijn opgenomen, vaak ondersteund door financiering uit het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA). Deze plannen zijn bedoeld om de bioveiligheid te verbeteren, vaccinatieprogramma’s te bevorderen en investeringen in alternatieve therapieën te bevorderen.

De EU verstrekt ook financiering voor AMR-gerelateerde projecten in de aquacultuursector (Horizon Europa en EFMZVA). Bijvoorbeeld Cure4Aqua, gericht op de ontwikkeling van biogebaseerde alternatieven voor antibiotica, en NeoGiANT, dat agrarische bijproducten valoriseert tot natuurlijke antimicrobiële formuleringen.